De Russische president Vladimir Poetin heeft de moord op voormalig spion Aleksandr Litvinenko waarschijnlijk goedgekeurd. Die conclusie trekt de Britse commissie die de moord op Litvinenko heeft onderzocht. Rechter Robert Owen presenteerde donderdag het langverwachte onderzoeksrapport.

De genaturaliseerde Brit Litvinenko werd op 1 november 2006 vergiftigd, vermoedelijk tijdens een ontmoeting met twee Russische bekenden in een hotel in de Britse hoofdstad. De Russen zouden polonium hebben toegevoegd aan de groene thee die Litvinenko dronk. Hij stierf 22 dagen later.

De 43-jarige Litvinenko zelf beschuldigde op zijn sterfbed de Russische president Vladimir Poetin van de moord op hem. Hoewel de onderzoekers het aannemelijk vinden dat Poetin de moordoperatie heeft bevolen, vonden ze daar kennelijk geen sluitend bewijs voor.

Twee verdachten ontkennen

De Britse recherche wees jaren geleden al twee Russen als verdachten aan: Andrej Loegovoi en Dmitiri Kovtoen. Rusland weigerde hen echter uit te leveren. Volgens de Britse onderzoekscommissie hebben de twee Russen Litvinenko inderdaad vergiftigd. Alles wijst er volgens de onderzoekers op dat ze de moord pleegden in opdracht van veiligheidsdienst FSB, Litvinenko’s vroegere werkgever.

Loegovoi zit in het Russische parlement voor partij van ultranationalist Vladimir Zjirinovski. Direct na de verschijning van het onderzoek noemde hij de beschuldiging aan zijn adres “absurd”. Ook Poetin heeft betrokkenheid altijd resoluut van de hand gewezen. Volgens de commissie hadden hij en andere leden van zijn regering motieven om de overgelopen spion uit de weg te laten ruimen.

Persoonlijke aanvallen op Litvinenko

De voormalige Russische spion Litvinenko bracht de laatste jaren van zijn leven door in Groot-Brittannië, waar hij kritische boeken schreef over de Russische regering en als consultant werkte voor de Britse geheime dienst MI6. Hij was Rusland ontvlucht in 2000, nadat hij in de problemen was gekomen door onthullingen over de FSB. Die was volgens hem onder meer betrokken bij aanslagen op burgers waar Tsjetsjenen de schuld van kregen.

Rechter Owen bevestigde dat het giftige polonium door de moordenaars in een theepot is gestopt. Dat werd al langer vermoed.

Volgens de commissie hadden Poetin en andere leden van zijn regering meerdere motieven om de overgelopen spion uit de weg te laten ruimen. Bijvoorbeeld Litvinenko's werk voor MI6 en zijn kritiek op de FSB, maar ook de persoonlijke animositeit tussen Poetin en de ex-spion. Owen rept in het rapport in dat verband over de "zeer persoonlijke aanvallen'' van Litvinenko op Poetin.

Moskou: onderzoek vooringenomen

Rusland beschrijft het Britse onderzoek als politiek gemotiveerd, vooringenomen en op een ondoorzichtige manier tot stand gekomen. "We betreuren dat een puur strafrechtelijke zaak is gepolitiseerd", reageerde een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Volgens haar werpt de kwestie een schaduw over de band tussen Rusland en Groot-Brittannië.

Rusland wijst de beschuldiging dat Poetin toestemming voor de moord gaf resoluut van de hand. Het onderzoeksproces was volgens Moskou "extreem schimmig'', omdat een deel van het bewijs geheim moest blijven. Voor Rusland en het publiek was het onderzoek daarom niet transparant, stelt het ministerie.

Weduwe wil sancties

Weduwe Marina Litvinenko heeft de Britse regering opgeroepen tot nieuwe sancties tegen Rusland. De vrouw van oud-spion Aleksandr Litvinenko toonde zich donderdag tevreden met de "vernietigende conclusies'' van de onderzoekscommissie die de moord op haar man onderzocht. Als eerste reactie zou Londen volgens haar moeten beslissen alle Russische diplomaten het land uit te zetten.

"Ik ben zeer verheugd dat de woorden die mijn man sprak op zijn sterfbed, toen hij Poetin beschuldigde, zijn bewezen door een Engels hof'', zei ze staand voor het gerechtsgebouw tegen de pers. Overigens hielden de onderzoekers een slag om de arm: volgens hen heeft Poetin waarschijnlijk de hand gehad in de moord. Sluitend bewijs ontbreekt.

Marina Litvinenko vindt dat de Britse regering een inreisverbod moet instellen tegen president Vladimir Poetin en andere Russische functionarissen. Verder pleitte ze voor economische sancties tegen haar vroegere land.

Ze stelde een brief te hebben ontvangen van de Britse minister van Binnenlandse Zaken waarin actie wordt beloofd. Ze noemde het "ondenkbaar dat de premier niets zal doen met de vernietigende conclusies''.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl